inviter (quelqu'un à une fête, à dîner) : (iemand voor een feest, een diner) uitnodigeninviter, présent
un invité, une invitée : een gast, een genodigde
- "Tes invités ont deux heures de retard."
- "J’ai le plaisir de recevoir aujourd’hui un invité très spécial, M. Victor Hugo... Bonjour, monsieur Hugo."
- "Ils sont où les invités ?"
Heb je nog steeds moeite met 'Inviter quelqu’un'? Wil je je Frans verbeteren? Test onze online Franse lessen en ontvang een gratis niveaubeoordeling!
Dit zeggen onze cursisten over ons:
Heb je een slim ezelsbruggetje om deze regel te onthouden? Een tip om fouten met 'Inviter quelqu’un' te voorkomen? Deel hem met ons!
Schaaf je Frans bij en test gratis Frantastique, cursus Franse online.