l'habileté : handvaardigheid, vingervlugheid
habile : vaardig, bekwaam, deskundig
- "Très habile pour porter des bannières, des lances et des épées, Jeanne saura à coup sûr manier la ponceuse et le marteau-piqueur avec dextérité."
Heb je nog steeds moeite met 'Habileté'? Wil je je Frans verbeteren? Test onze online Franse lessen en ontvang een gratis niveaubeoordeling!
Dit zeggen onze cursisten over ons:
Heb je een slim ezelsbruggetje om deze regel te onthouden? Een tip om fouten met 'Habileté' te voorkomen? Deel hem met ons!
Schaaf je Frans bij en test gratis Frantastique, cursus Franse online.