ça fait mal : het doet me pijn
j'ai mal (aux pieds) : ik heb pijn (in mijn voet)avoir, présent
(ces chaussures) me font mal : (deze schoenen) doen pijnfaire, présent
- "Ces chaussures, elles sont trop serrées, elles me font mal."
Heb je nog steeds moeite met 'Faire-mal-avoir-mal'? Wil je je Frans verbeteren? Test onze online Franse lessen en ontvang een gratis niveaubeoordeling!
Dit zeggen onze cursisten over ons:
Heb je een slim ezelsbruggetje om deze regel te onthouden? Een tip om fouten met 'Faire-mal-avoir-mal' te voorkomen? Deel hem met ons!
Schaaf je Frans bij en test gratis Frantastique, cursus Franse online.