faire des trous (dans un billet) : gaatjes maken (in een kaartje), (een kaartje) perforeren
un (petit) trou : een (klein) gat
- "Des p’tits trous, des p’tits trous, toujours des p’tits trous"
- "Des trous de seconde classe, des trous de première classe."
- "Je vais faire les petits trous moi-même."
- "J’fais des trous, des p’tits trous, encore des p’tits trous"
- "J’aime bien faire les petits trous."
- "J’fais des trous, des p’tits trous, encore des p’tits trous"
Heb je nog steeds moeite met 'Faire des trous'? Wil je je Frans verbeteren? Test onze online Franse lessen en ontvang een gratis niveaubeoordeling!
Dit zeggen onze cursisten over ons:
Heb je een slim ezelsbruggetje om deze regel te onthouden? Een tip om fouten met 'Faire des trous' te voorkomen? Deel hem met ons!
Schaaf je Frans bij en test gratis Frantastique, cursus Franse online.