exactement : exact, precies
- "Caroline : Parfait, Roger mets ce tablier, écoute et fais EXACTEMENT ce que je te dis."
- "Le téléspectateur : C’est ça, c’est exactement ça !"
- "- Exactement."
- "Victor Hugo : Oui, exactement."
- "Quel est le problème exactement ?"
- "C’est quoi exactement ton travail ?"
Heb je nog steeds moeite met 'Exactement'? Wil je je Frans verbeteren? Test onze online Franse lessen en ontvang een gratis niveaubeoordeling!
Dit zeggen onze cursisten over ons:
Heb je een slim ezelsbruggetje om deze regel te onthouden? Een tip om fouten met 'Exactement' te voorkomen? Deel hem met ons!
Schaaf je Frans bij en test gratis Frantastique, cursus Franse online.