il est venu, elle est venue : hij/zij is gekomenvenir, passé composé
- "J’ai contacté jeudi dernier un serrurier qui est venu régler le problème sur-le-champ : je lui ai bien précisé de laisser la fenêtre ouverte et de bloquer la poignée."
- "J’ai vu la queen qui est venue hier."
Heb je nog steeds moeite met 'Est venu'? Wil je je Frans verbeteren? Test onze online Franse lessen en ontvang een gratis niveaubeoordeling!
Dit zeggen onze cursisten over ons:
Heb je een slim ezelsbruggetje om deze regel te onthouden? Een tip om fouten met 'Est venu' te voorkomen? Deel hem met ons!
Schaaf je Frans bij en test gratis Frantastique, cursus Franse online.