dormir : slapendormir, présent
- "P-S : Juliette, je peux dormir chez toi ce soir ?"
- "J’irai dormir chez la dame de Haute-Savoie."
- "Victor : Laisse-moi dormir."
- "Et maintenant tu veux dormir chez moi ?"
- "Voulez-vous dormir dans ma chambre ce soir ?"
- "- J’arrive pas à dormir."
- "- Non, je sais pas, j’arrive pas à dormir."
- "Reprendre 1 comprimé en cas de difficulté à dormir"
Heb je nog steeds moeite met 'Dormir'? Wil je je Frans verbeteren? Test onze online Franse lessen en ontvang een gratis niveaubeoordeling!
Dit zeggen onze cursisten over ons:
Heb je een slim ezelsbruggetje om deze regel te onthouden? Een tip om fouten met 'Dormir' te voorkomen? Deel hem met ons!
Schaaf je Frans bij en test gratis Frantastique, cursus Franse online.