Dieu : God
- "Dieu, c’est toi !"
- "Dieu : C’est ma fille aussi."
- "Dieu : Plus tard."
- "Dieu n’avait fait que l’eau, mais l’homme a fait le vin."
- "Je suis l’Éternel, ton Dieu qui a pris l’apparence d’un chat pour mieux t’éprouver !"
- "Dieu : Je suis ton père."
- "et, lors même qu’un dieu"
- "Dieu : Tous."
- "Dieu : Non."
Heb je nog steeds moeite met 'Dieu'? Wil je je Frans verbeteren? Test onze online Franse lessen en ontvang een gratis niveaubeoordeling!
Dit zeggen onze cursisten over ons:
Heb je een slim ezelsbruggetje om deze regel te onthouden? Een tip om fouten met 'Dieu' te voorkomen? Deel hem met ons!
Schaaf je Frans bij en test gratis Frantastique, cursus Franse online.