communiquer (avec quelqu'un) : communiceren (met iemand)
communiquer (quelque chose à quelqu'un) : (iets aan iemand) communiceren, doorgeven, (iemand ergens over) informeren
- "J’ai hâte de communiquer avec vous par cette voie."
- "Ce bijou de technologie nous permettra de communiquer partout dans la galaxie tant que nos interlocuteurs se trouvent à moins de 50 mètres : le futur s’annonce radieux !"
- "Merci de me communiquer vos disponibilités !"
- "Pour communiquer via Minitel, rien n’est plus simple."
- "Victor Hugo : Qui que tu sois, aide-moi à communiquer avec ma fille Léopoldine..."
Heb je nog steeds moeite met 'Communiquer'? Wil je je Frans verbeteren? Test onze online Franse lessen en ontvang een gratis niveaubeoordeling!
Dit zeggen onze cursisten over ons:
Heb je een slim ezelsbruggetje om deze regel te onthouden? Een tip om fouten met 'Communiquer' te voorkomen? Deel hem met ons!
Schaaf je Frans bij en test gratis Frantastique, cursus Franse online.