elle chausse (du 38) : zij draagt/heeft schoenmaat (38)chausser, présent
il fait (du 44) : hij draagt/heeft schoenmaat (44)faire, présent
Heb je nog steeds moeite met 'Chausser (présent-3ps)'? Wil je je Frans verbeteren? Test onze online Franse lessen en ontvang een gratis niveaubeoordeling!
Dit zeggen onze cursisten over ons:
Heb je een slim ezelsbruggetje om deze regel te onthouden? Een tip om fouten met 'Chausser (présent-3ps)' te voorkomen? Deel hem met ons!
Schaaf je Frans bij en test gratis Frantastique, cursus Franse online.