celui qui (est moins cher) : degene die (goedkoper is)
celui que (j'ai choisi) : degene die (ik gekozen heb)
- "Celui que vous n’aimez pas, vous êtes sa prostituée, celui que vous aimez, vous êtes sa femme."
- "celui qui est à terre, celui qui s’est entêté dans cette sottise du devoir, celui qui s’est fourvoyé dans l’honneur."
- "Pour le possesseur du verre brisé ou pour celui qui a causé le bris ?"
Heb je nog steeds moeite met 'Celui que'? Wil je je Frans verbeteren? Test onze online Franse lessen en ontvang een gratis niveaubeoordeling!
Dit zeggen onze cursisten over ons:
Heb je een slim ezelsbruggetje om deze regel te onthouden? Een tip om fouten met 'Celui que' te voorkomen? Deel hem met ons!
Schaaf je Frans bij en test gratis Frantastique, cursus Franse online.