ce que j'ai détesté, (c'était le bœuf) : waar ik een hekel aan had, (was rundvlees)détester, passé composé
- "Moi, ce que j’ai surtout détesté à l’étranger, à part les étrangers eux-mêmes évidemment, c’est surtout qu’ils parlent pas français."
Heb je nog steeds moeite met 'Ce que j’ai détesté'? Wil je je Frans verbeteren? Test onze online Franse lessen en ontvang een gratis niveaubeoordeling!
Dit zeggen onze cursisten over ons:
Heb je een slim ezelsbruggetje om deze regel te onthouden? Een tip om fouten met 'Ce que j’ai détesté' te voorkomen? Deel hem met ons!
Schaaf je Frans bij en test gratis Frantastique, cursus Franse online.