la caisse : de kassa
passer à la caisse : naar de kassa gaan
un caissier : een kassier
une caissière : een kassière
- "Caissier : Alors, des œufs, du beurre, un camembert, une salade, trois steaks hachés, du vin, un peu plus de vin, des préservatifs... et encore du vin !"
- "Caissier : Tenez."
- "Caissier : Bonsoir."
Heb je nog steeds moeite met 'Caisse'? Wil je je Frans verbeteren? Test onze online Franse lessen en ontvang een gratis niveaubeoordeling!
Dit zeggen onze cursisten over ons:
Heb je een slim ezelsbruggetje om deze regel te onthouden? Een tip om fouten met 'Caisse' te voorkomen? Deel hem met ons!
Schaaf je Frans bij en test gratis Frantastique, cursus Franse online.