ça (ne) va pas du tout : dat gaat helemaal niet goed, dat loopt helemaal foutaller, présent
- "Gérard : Ah... Ça va pas du tout... Qu’est-ce qu’on va faire ?"
- "Muriel Petite : Ah ! ça va pas du tout."
- "Gérard : Ah... Ça va pas du tout, alors !"
Heb je nog steeds moeite met 'Ça ne va pas du tout'? Wil je je Frans verbeteren? Test onze online Franse lessen en ontvang een gratis niveaubeoordeling!
Dit zeggen onze cursisten over ons:
Heb je een slim ezelsbruggetje om deze regel te onthouden? Een tip om fouten met 'Ça ne va pas du tout' te voorkomen? Deel hem met ons!
Schaaf je Frans bij en test gratis Frantastique, cursus Franse online.