j'ai froid : ik heb het koudavoir, présent
j'ai chaud : ik heb het warmavoir, présent
- "Aujourd’hui, on n’a plus le droit, ni d’avoir faim ni d’avoir froid."
Heb je nog steeds moeite met 'Avoir-chaud-froid'? Wil je je Frans verbeteren? Test onze online Franse lessen en ontvang een gratis niveaubeoordeling!
Dit zeggen onze cursisten over ons:
Heb je een slim ezelsbruggetje om deze regel te onthouden? Een tip om fouten met 'Avoir-chaud-froid' te voorkomen? Deel hem met ons!
Schaaf je Frans bij en test gratis Frantastique, cursus Franse online.