Avez-vous (des enfants) ? : Hebt u/hebben jullie (kinderen)? avoir, présent
- "Vendeuse : Avez-vous le ticket de caisse ?"
- "Avez-vous votre numéro de réservation ?"
Heb je nog steeds moeite met 'Avez-vous'? Wil je je Frans verbeteren? Test onze online Franse lessen en ontvang een gratis niveaubeoordeling!
Dit zeggen onze cursisten over ons:
Heb je een slim ezelsbruggetje om deze regel te onthouden? Een tip om fouten met 'Avez-vous' te voorkomen? Deel hem met ons!
Schaaf je Frans bij en test gratis Frantastique, cursus Franse online.