Overeenstemmen van het voltooid deelwoord met wederkerende werkwoorden
Ter herinnering: In samengestelde tijden (zoals de passé composé) moet het voltooid deelwoord overeenstemmen met het onderwerp wanneer être gebruikt wordt als hulpwerkwoord.
Victor et Marcel sont allés au cinéma. Victor en Marcel zijn naar de bioscoop gegaan.
Wederkerende werkwoorden (se lever, se voir, s'enfuir etc.) gebruiken allemaal être als hulpwerkwoord, maar hebben iets ingewikkeldere regels voor overeenstemming. Het hangt meestal af van de rol van het wederkerend voornaamwoord (me, te, se, nous, vous, se).
• Als het wederkerend voornaamwoord een lijdend voorwerp of COD is (dwz. als het antwoord geeft op de vragen qui ? of quoi ?), dan moet het voltooid deelwoord overeenstemmen met het wederkerend voornaamwoord.
Elle s’est coupée. Ze heeft zichzelf gesneden (Wie/wat heeft ze gesneden? → se = elle)
Nous nous sommes lavés. We hebben onszelf gewassen (Wie/wat hebben we gewassen? → nous)
Nous nous sommes lavés. We hebben onszelf gewassen (Wie/wat hebben we gewassen? → nous)
• Als het wederkerend voornaamwoord een meewerkend voorwerp of COI (dwz. als het antwoord geven op vragen van het type à qui ?, à quoi ?, pour qui ?, pour quoi ? etc.) of een complement van een zelfstandig naamwoord is (dat antwoord geeft op vragen als de qui ? of de quoi ?) is, dan is er geen overeenstemming met het wederkerend voornaamwoord.
Uitzondering: Als er een lijdend voorwerp COD voor het werkwoord staat, dan stemt het voltooid deelwoord overeen met het COD.
Uitzondering: Als er een lijdend voorwerp COD voor het werkwoord staat, dan stemt het voltooid deelwoord overeen met het COD.
Elle s’est coupé le doigt. Ze heeft in haar vinger gesneden. (Elle a coupé le doigt de qui ? In wiens vinger heeft ze gesneden?→ de se = d’elle)
Ils se sont parlé. Ze hebben met elkaar gesproken. (Ils ont parlé à qui ? Met wie hebben ze gesproken? → à se = à eux)
Les vacances qu’ils se sont offertes. De vakantie die ze voor zichzelf hebben geboekt. (Se is een COI, maar het COD is hier les vacances (Ils se sont offert quoi ? Wat hebben ze voor zichzelf geboekt? → les vacances) en dat staat voor het werkwoord → dus stemt het voltooid deelwoord overeen met les vacances.)
Ils se sont parlé. Ze hebben met elkaar gesproken. (Ils ont parlé à qui ? Met wie hebben ze gesproken? → à se = à eux)
Les vacances qu’ils se sont offertes. De vakantie die ze voor zichzelf hebben geboekt. (Se is een COI, maar het COD is hier les vacances (Ils se sont offert quoi ? Wat hebben ze voor zichzelf geboekt? → les vacances) en dat staat voor het werkwoord → dus stemt het voltooid deelwoord overeen met les vacances.)
• Als het wederkerend voornaamwoord geen functie heeft (dwz. als het werkwoord alleen in wederkerende vorm bestaat), moet het voltooid deelwoord overeenstemmen met het onderwerp.
Elles se sont enfuies. Ze zijn gevlucht.
Ils se sont souvenus de leurs vacances. Ze hebben zich hun vakantie herinnerd.
Ils se sont souvenus de leurs vacances. Ze hebben zich hun vakantie herinnerd.
Uitzonderingen: De voltooid deelwoorden van se rire de (uitlachen) en se plaire à (plezier hebben in) stemmen niet overeen.
Ils se sont plu à ignorer Victor. Ze hadden er plezier in Victor te negeren.
Ils se sont ri de Victor. They laughed at Victor. Ze lachten Victor uit.
Ils se sont ri de Victor. They laughed at Victor. Ze lachten Victor uit.
Heb je nog steeds moeite met 'Overeenstemmen van het voltooid deelwoord met wederkerende werkwoorden'? Wil je je Frans verbeteren? Test onze Franse les online en ontvang een gratis niveaubeoordeling!
Dit zeggen onze cursisten over ons:
Schaaf je Frans bij en test Frantastique, cursus Frans online.