L'eau, d'eau of de l'eau?
⢠We zeggen de lâeau als we naar een onbepaalde hoeveelheid verwijzen:
Je voudrais de lâeau fraĂŽche. (On ne sait pas quelle quantitĂŠ) Ik wil graag wat water (We weten niet hoeveel water)
Il y a de lâeau ? Is er water?
D'eau wordt in de volgende gevallen gebruikt:
⢠Als de hoeveelheid bepaald is:
⢠Als de hoeveelheid bepaald is:
Je voudrais un verre dâeau. (quantitĂŠ = 1 verre) Ik wil graag een glas water.
Voici un litre dâeau Hier is een liter water.
⢠Met bijwoorden van hoeveelheid:
Il y a beaucoup dâeau, un peu dâeau, trop dâeau, assez dâeau. Er is veel, een beetje, te veel, genoeg water.
⢠In ontkennende zinnen:
Il nây a pas dâeau Er is geen water.
⢠In combinatie met sommige zelfstandig naamwoorden of bijvoeglijk naamwoorden:
une chute dâeau, une trombe dâeau, plein dâeau, etc. een waterval, een waterhoos, vol water etc.
Merk op dat we het bepaald lidwoord lâ gebruiken wanneer we het hebben over water als een entiteit of 'al het aanwezige water'.
Jâaime lâeau ! Ik hou van water!
Lâeau de la rivière est sale. Het water in de rivier is vies.
Tu as pris l'eau ? (= tu as pris toute l'eau prĂŠvue ?) Heb je het water gepakt? (= Heb je al het water gepakt?)
Lâeau de la rivière est sale. Het water in de rivier is vies.
Tu as pris l'eau ? (= tu as pris toute l'eau prĂŠvue ?) Heb je het water gepakt? (= Heb je al het water gepakt?)
Heb je nog steeds moeite met 'L’eau, d’eau of de l’eau?'? Wil je je Frans verbeteren? Test onze Franse les online en ontvang een gratis niveaubeoordeling!
Dit zeggen onze cursisten over ons:
Schaaf je Frans bij en test Frantastique, cursus Frans online.