Duitse werkwoorden vervoegen

Werkwoordvervoeging

Vervoegen Handeln In het Duits

Indikativ

Präsens

  • ich handle
  • du handelst
  • er/sie/es handelt
  • wir handeln
  • ihr handelt
  • sie/Sie handeln

Präteritum

  • ich handelte
  • du handeltest
  • er/sie/es handelte
  • wir handelten
  • ihr handeltet
  • sie/Sie handelten

Perfekt

  • ich habe gehandelt
  • du hast gehandelt
  • er/sie/es hat gehandelt
  • wir haben gehandelt
  • ihr habt gehandelt
  • sie/Sie haben gehandelt

Plusquamperfekt

  • ich hatte gehandelt
  • du hattest gehandelt
  • er/sie/es hatte gehandelt
  • wir hatten gehandelt
  • ihr hattet gehandelt
  • sie/Sie hatten gehandelt

Futur 1

  • ich werde handeln
  • du wirst handeln
  • er/sie/es wird handeln
  • wir werden handeln
  • ihr werdet handeln
  • sie/Sie werden handeln

Futur 2

  • ich werde gehandelt haben
  • du wirst gehandelt haben
  • er/sie/es wird gehandelt haben
  • wir werden gehandelt haben
  • ihr werdet gehandelt haben
  • sie/Sie werden gehandelt haben

Konjunktiv

I Präsens

  • ich handle
  • du handelst
  • er/sie/es handle
  • wir handeln
  • ihr handelt
  • sie/Sie handeln

II Präteritum

  • ich handelte
  • du handeltest
  • er/sie/es handelte
  • wir handelten
  • ihr handeltet
  • sie/Sie handelten

I Perfekt

  • ich habe gehandelt
  • du habest gehandelt
  • er/sie/es habe gehandelt
  • wir haben gehandelt
  • ihr habet gehandelt
  • sie/Sie haben gehandelt

I Futur 1

  • ich werde handeln
  • du werdest handeln
  • er/sie/es werde handeln
  • wir werden handeln
  • ihr werdet handeln
  • sie/Sie werden handeln

I Futur 2

  • ich werde gehandelt haben
  • du werdest gehandelt haben
  • er/sie/es werde gehandelt haben
  • wir werden gehandelt haben
  • ihr werdet gehandelt haben
  • sie/Sie werden gehandelt haben

II Plusquamperfekt

  • ich hätte gehandelt
  • du hättest gehandelt
  • er/sie/es hätte gehandelt
  • wir hätten gehandelt
  • ihr hättet gehandelt
  • sie/Sie hätten gehandelt

II Futur 1

  • ich würde handeln
  • du würdest handeln
  • er/sie/es würde handeln
  • wir würden handeln
  • ihr würdet handeln
  • sie/Sie würden handeln

II Futur 2

  • ich würde gehandelt haben
  • du würdest gehandelt haben
  • er/sie/es würde gehandelt haben
  • wir würden gehandelt haben
  • ihr würdet gehandelt haben
  • sie/Sie würden gehandelt haben

Imperativ

Präsens

  • (du) Handle! / (du) Handele!
  • (wir) Handeln wir!
  • (ihr) Handelt!
  • (Sie) Handeln Sie!

Partizip

Präsens

  • handelnd

Perfekt

  • gehandelt
Als je moeite hebt met de vervoeging van het Duitse werkwoord Handeln,bekijk dan onze Duitse lessen!! Vatefaireconjuguer is een gratis online werkwoordvervoeger gemaakt door Gymglish. Gymglish, opgericht in 2004, creëert leuke, gepersonaliseerde online taalcursussen: een cursus Engels online, cursus Spaans online, cursus Duits online, cursus Frans online, cursus Italiaans online en meer. Je kunt er alle Duits werkwoorden vervoegen (alle groepen) in elke tijds- en aspectvorm: Präteritum, Präsens, Futur I, futur II, Futur II, Perfekt, Plusquamperfekt, Subjonctif I, Subjonctif II, Imperativ, etc. Niet zeker hoe je een werkwoord moet Handeln? Typ gewoon Handeln in onze zoekbalk om de Duitse vervoeging ervan te bekijken. Je kunt ook een zin vervoegen, bijvoorbeeld 'leer een werkwoord!' Om je spelling te verbeteren, biedt Gymglish ook online cursussen Duits aan en krijg je toegang tot veel Duitse grammatica, spellings- en vervoegingsregels om de taal onder de knie te krijgen! Bekijk ook onze andere online werkwoordvervoegers: Spaanse werkwoorden vervoegen, Franse werkwoorden vervoegen, Italiaanse werkwoorden vervoegen, Engelse werkwoorden vervoegen (onregelmatige Engelse werkwoorden, modale Engelse werkwoorden).
Download gratis onze vervoeg-apps: