Si vs. ci
• Si en ci worden op dezelfde manier uitgesproken, maar hebben totaal verschillende betekenissen. Eens kijken of u het verschil weet tussen de twee:
We gebruiken si:
Om een voorstel of voorwaarde uit te drukken:
Si j’avais du temps, je partirais en vacances.
Als ik tijd had, zou ik op vakantie gaan.
Si tu viens, nous irons au cinéma.
Als je komt, dan gaan we naar de bioscoop.
Et si on allait au resto ce soir ?
Wat als we vanavond uit eten gingen?
Om een indirecte vraag te vormen:
Je me demande si Victor viendra.
Ik vraag me af of Victor komt.
Om een ontkenning tegen te spreken en 'ja' te zeggen als iemand 'nee' zegt:
Om een zekere intensiteit toe te voegen:
Ce Victor, il est si gentil ! (= tant)
Die Victor, die is zo aardig!
Muriel est si petite qu’elle passe sous la table.
Muriel is zo klein dat ze onder de tafel door kan lopen.
We gebruiken ci:
Om een aanwijzend voornaamwoord te benadrukken (als tegengestelde van là):
Ce livre-ci est beaucoup plus intéressant que celui-là.
Dit boek is veel interessanter dan dat daar.
Lequel tu préfères ? Celui-ci ou celui-là ?
Welke heeft je voorkeur? Deze of die?
With an adjective or adverb:
Ci-joint mon CV.
Hier bijgevoegd mijn CV.
Voir texte ci-dessous.
Zie de tekst hieronder.
In bepaalde uitdrukkingen:
Thierry s’est promené par-ci par-là et il s’est perdu.
Thierry heeft hier en daar gelopen, en is verdwaald.
De-ci, de-là, la nature renaît après l’hiver. (littéraire)
Hier en daar, de natuur is herboren na de winter.
Ça va ? Comme ci, comme ça.
Hoe gaat het? Zozo.
We gebruiken si:
Om een voorstel of voorwaarde uit te drukken:
Si j’avais du temps, je partirais en vacances.
Als ik tijd had, zou ik op vakantie gaan.
Si tu viens, nous irons au cinéma.
Als je komt, dan gaan we naar de bioscoop.
Et si on allait au resto ce soir ?
Wat als we vanavond uit eten gingen?
Om een indirecte vraag te vormen:
Je me demande si Victor viendra.
Ik vraag me af of Victor komt.
Om een ontkenning tegen te spreken en 'ja' te zeggen als iemand 'nee' zegt:
- Tu ne viens pas ? -Kom je niet?
- Si ! Attendez-moi ! -Jawel! Wacht op mij!
- Si ! Attendez-moi ! -Jawel! Wacht op mij!
Om een zekere intensiteit toe te voegen:
Ce Victor, il est si gentil ! (= tant)
Die Victor, die is zo aardig!
Muriel est si petite qu’elle passe sous la table.
Muriel is zo klein dat ze onder de tafel door kan lopen.
We gebruiken ci:
Om een aanwijzend voornaamwoord te benadrukken (als tegengestelde van là):
Ce livre-ci est beaucoup plus intéressant que celui-là.
Dit boek is veel interessanter dan dat daar.
Lequel tu préfères ? Celui-ci ou celui-là ?
Welke heeft je voorkeur? Deze of die?
With an adjective or adverb:
Ci-joint mon CV.
Hier bijgevoegd mijn CV.
Voir texte ci-dessous.
Zie de tekst hieronder.
In bepaalde uitdrukkingen:
Thierry s’est promené par-ci par-là et il s’est perdu.
Thierry heeft hier en daar gelopen, en is verdwaald.
De-ci, de-là, la nature renaît après l’hiver. (littéraire)
Hier en daar, de natuur is herboren na de winter.
Ça va ? Comme ci, comme ça.
Hoe gaat het? Zozo.
• Merk op dat si verkort wordt tot s’ als het voor de persoonlijk voornaamwoorden il en ils staat.
S’il ne m’appelle pas, tant pis pour lui ! Als hij me niet belt, jammer voor hem!
Heb je nog steeds moeite met 'Si vs. ci'? Wil je je Frans verbeteren? Test onze Franse les online en ontvang een gratis niveaubeoordeling!
Dit zeggen onze cursisten over ons:
Schaaf je Frans bij en test Frantastique, cursus Frans online.