Het werkwoord faire in de tegenwoordige tijd
Het werkwoord faire wordt in de onvoltooid tegenwoordige tijd op de volgende manier vervoegd. Hetzelfde geldt voor de afgeleide vormen malfaire (verkeerd doen), refaire (opnieuw doen), satisfaire (tevreden stellen), défaire (ongedaan maken) etc.
faire nl
Je fais
Tu fais
Il fait/elle fait
Nous faisons
Vous faites
Ils font/elles font
Tu fais
Il fait/elle fait
Nous faisons
Vous faites
Ils font/elles font
Qu’est-ce que tu fais dans la vie ? Je suis écrivain. - Wat doe je voor de kost? - Ik ben schrijver.
Heb je nog steeds moeite met 'Het werkwoord faire in de tegenwoordige tijd'? Wil je je Frans verbeteren? Test onze Franse les online en ontvang een gratis niveaubeoordeling!
Dit zeggen onze cursisten over ons:
Schaaf je Frans bij en test Frantastique, cursus Frans online.