De werkwoorden plaire en taire in de tegenwoordige tijd
De werkwoorden plaire (plezieren, bevalen), complaire (behagen), déplaire (mishagen) en taire (zwijgen) worden in de onvoltooid tegenwoordige tijd op de volgende manier vervoegd:
plaire nl
Je plais
Tu plais
Il plaît/elle plaît
Nous plaisons
Vous plaisez
Ils plaisent/elles plaisent
Tu plais
Il plaît/elle plaît
Nous plaisons
Vous plaisez
Ils plaisent/elles plaisent
taire nl
Je tais
Tu tais
Il tait/elle tait
Nous taisons
Vous taisez
Ils taisent/elles taisent
Tu tais
Il tait/elle tait
Nous taisons
Vous taisez
Ils taisent/elles taisent
Cela vous plaît ? Bevalt jullie dat?
Ils se taisent devant tant de bêtise. Ze zwijgen bij zo veel domheid.
Ils se taisent devant tant de bêtise. Ze zwijgen bij zo veel domheid.
Heb je nog steeds moeite met 'De werkwoorden plaire en taire in de tegenwoordige tijd'? Wil je je Frans verbeteren? Test onze Franse les online en ontvang een gratis niveaubeoordeling!
Dit zeggen onze cursisten over ons:
Schaaf je Frans bij en test Frantastique, cursus Frans online.