De voltooid tegenwoordige tijd: werkwoorden die eindigen op -ir en voltooid deelwoord die eindigen op -u
De werkwoorden tenir (vasthouden), venir (komen), courir (rennen) en vêtir (kleden) hebben een voltooid deelwoord dat eindigt op -U. Dit wordt gevormd door -IR weg te halen en -U toe te voegen (tenir → tenu, venir → venu, courir → couru, vêtir → vêtu). Ze worden in de passé composé op de volgende manier vervoegd:
tenir nl
J'ai tenu
Tu as tenu
Il a tenu/elle a tenu
Nous avons tenu
Vous avez tenu
Ils ont tenu/elles ont tenu
Tu as tenu
Il a tenu/elle a tenu
Nous avons tenu
Vous avez tenu
Ils ont tenu/elles ont tenu
venir nl
Je suis venu
Tu es venu
Il est venu/elle est venue
Nous sommes venus
Vous êtes venus
Ils sont venus/elles sont venues
Tu es venu
Il est venu/elle est venue
Nous sommes venus
Vous êtes venus
Ils sont venus/elles sont venues
Je suis venu à pied. Ik ben te voet gekomen.
Heb je nog steeds moeite met 'De voltooid tegenwoordige tijd: werkwoorden die eindigen op -ir en voltooid deelwoord die eindigen op -u'? Wil je je Frans verbeteren? Test onze Franse les online en ontvang een gratis niveaubeoordeling!
Dit zeggen onze cursisten over ons:
Schaaf je Frans bij en test Frantastique, cursus Frans online.