De voltooid tegenwoordige tijd
De passé composé (voltooid tegenwoordige tijd) wordt gebruikt om gebeurtenissen of handelingen in het verleden te beschrijven.
La semaine dernière, j'ai commencé à apprendre le français. commencer, passé composé Afgelopen week ben ik begonnen Frans te leren.
De passé composé wordt gevormd door de tegenwoordige tijd van être of avoir + het voltooid deelwoord van het hoofdwerkwoord:
manger → j’ai mangé manger, passé composé eten → ik heb gegeten
dormir → tu as dormi dormir, passé composé slapen → jij hebt geslapen
tomber → nous sommes tombé tomber, passé composé vallen → wij zijn gevallen
Hier volgen enkele voorbeelden voor het vormen van het voltooid deelwoord:
-é
Werkwoorden eindigend op -ER
aller → il est allé hij is gegaan
tuer → il a tué hij heeft gedood
Werkwoorden eindigend op -ER
aller → il est allé hij is gegaan
tuer → il a tué hij heeft gedood
-u
vouloir → il a voulu hij heeft gewild
pouvoir → il a pu hij heeft gekund
voir → il a vu hij heeft gezien
venir → il est venu hij is gekomen
vouloir → il a voulu hij heeft gewild
pouvoir → il a pu hij heeft gekund
voir → il a vu hij heeft gezien
venir → il est venu hij is gekomen
-i
finir → il a fini hij heeft voltooid
sortir → il est sorti hij is uitgegaan
dormir → il a dormi hij heeft geslapen
finir → il a fini hij heeft voltooid
sortir → il est sorti hij is uitgegaan
dormir → il a dormi hij heeft geslapen
overige
avoir → il a eu hij heeft gehad
dire → il a dit hij heeft gezegd
faire → il a fait hij heeft gedaan, hij heeft gemaakt
être → il a été hij is geweest
avoir → il a eu hij heeft gehad
dire → il a dit hij heeft gezegd
faire → il a fait hij heeft gedaan, hij heeft gemaakt
être → il a été hij is geweest
Heb je nog steeds moeite met 'De voltooid tegenwoordige tijd'? Wil je je Frans verbeteren? Test onze Franse les online en ontvang een gratis niveaubeoordeling!
Dit zeggen onze cursisten over ons:
Schaaf je Frans bij en test Frantastique, cursus Frans online.